Ver-huis

Momenteel zit ik in het midden van de living aan een geïmproviseerde oude, kleine eettafel. Met een zoemende vaatwas op de achtergrond. Stilaan neem ik vrede met het ding en moet ik toegeven dat het geluid mij enigszins lijkt te kalmeren. Ik denk dat wij nog goede vrienden worden, die vaatwas en ik.

Ik ben ook omsingeld door dozen. Veel dozen. Als ik er een aantal op moest plakken, zouden het er minstens tachtig zijn. En gezien die allemaal in ons huis passen, kan ik nu met zekerheid concluderen dat we een groot huis hebben. Het zit er grotendeels op, dat renoveren. Enfin, renovatie-fase één althans. Het huis is bewoonbaar: we hebben een keuken, een badkamer en al onze spullen staan hier. Waar wat zich precies situeert in welke doos, is wel nog even zoeken. Sommige muren zijn nog niet geschilderd omdat het plakwerk nog niet droog is, en dus knijpen we gewoon even onze ogen dicht wanneer we daar passeren. Ik vraag me ook oprecht minstens vijf keer per dag af hoe lang het kan duren voor een huis ‘proper’ is na een renovatie. Positieve noot: de kerstboom staat al en is zonder twijfel de ideale sfeermaker. Dingen zoals de vensterbanken vast kleven en de ramen eens degelijk kuisen laten wel wat op zich wachten. #uitstelgedrag

Stilaan val ik wel in een groot, diep, donker gat. Zo’n zwart gat. Wanneer ik foto’s bekijk van de voorbije maanden, begrijp ik in eerste instantie niet goed hoe we dat allemaal klaarspeelden. En toch deden we het gek genoeg in een recordtempo. We besloten in de laatste maand alles nog een keer extra te versnellen. Zo zorgden we dat de plinten al stonden voor we hier sliepen en de rolletjes voor de ramen hingen (ja, ik ben zo iemand die haar privacy meedogenloos nodig heeft. Niet dat ik hier naakt rondloop. Maar misschien wil ik daar wel de optie toe hebben en dat is ook al veel, right). Wat ook niet op onze planning stond, was het aanpakken van onze voortuin en achtertuin. Maar plots gebeurde dat wel, gewoon zodat we fris in de lente konden starten met het aanleggen van de tuin en het verder bezetten van de gevel. En zo kunnen we misschien duiden dat die ‘budgetrenovatie‘ misschien na het frezen van die 21a geen ‘budgetrenovatie‘ meer was. Toen onze (voor)tuin eruit zag als een modderpoel en het twee dagen regende, bekroop de angst ons dat we onze auto zouden vast rijden. En zo lag er een dag later plots 7 ton steentjes op onze oprit. Niet charmant, niet mooi. Maar voorlopig praktisch tot we weer wat meer spaarden. En alsof dat nog niet genoeg was, vond Janice het een puik plan om op dezelfde dag ook maar zonnepanelen te laten installeren. Vooral onder het mom; ‘nu of nooit‘ en ‘korte pijn‘. #handenvolgeld. Daarnaast werd de vloer van de berging verhoogd. Want om te zeggen dat die vloer scheef stond, was optioneel een understatement. 

Stil tel ik ook de dagen tot onze binnendeuren (binnen zo’n tweetal weken) zullen komen en we warm zullen kunnen douchen. Voorlopig behelpen we ons – zoals échte diehard renoveerders met doeken in de deuropeningen. Nooit gedacht dat we dat zouden doen, but here we are!

Wat de inrichting betreft is het huis -afgezien van de verhuisdozen- kaal. Eigenlijk is dat de exacte benaming. Kaal en onpersoonlijk. Da’s misschien ook niet zo moeilijk; na een hele renovatie is er in principe geen geld meer over om nog leuke dingen te kopen om dat huis aan te kleden. En toen ik (en de tachtig verhuisdozen) op dag één alleen in het huis waren, kreeg ik een crisis beneden in dat zwarte gat. Ik ga er niet over liegen. Tranen vloeiden en terwijl ik naar onze kale walnotenboom in de tuin staarde, belde ik ’s middags naar Janice die op haar werk zat en stotterde ik ‘dat het toch wel heel erg moeilijk was ineens zo, alleen tussen al die dozen in huis, want waar moest ik beginnen’. Een paar uur later kwam er een nieuwe crisis toen ik plots geen fan meer was van onze vloer. Janice knikte ’s avonds en luisterde geduldig naar de autist in mezelf. Ze geeuwde enkele keren (het was al laat) maar was wel zo meelevend om naar mijn relaas te luisteren en stil te sussen. We dommelden in slaap met de woorden ‘als we hem binnen 6 maanden niet leuk vinden, gaat hij eruit en leggen we andere vloer’. En misschien is de kennis om te weten dat dat kan gewoon ook al genoeg voor nu.

Op dag drie kreeg ik ’s morgens om zeven uur een nieuwe crisis met de gedachte; ‘is het dit nu?’, gepaard gaande met ‘is onze indeling wel juist zo? Wat als we het zo of zo hadden aangepakt?’ En terwijl ik op onze matras naast Janice rechtop in bed zat, bleef ze ook toen eindeloos geduldig sussen (het kind heeft een gàve.) Samen kwamen we eruit dat we met het huis hadden gedaan wat mogelijk was binnen ons budget op dat moment. En eigenlijk is dat super-ok zo.

De keerzijde van renoveren en verhuizen mag dus wel vermeld worden. Want dit zal er dus gebeuren wanneer je een onzekere autist met bindingsangst laat verhuizen in de meest donkere periode van het jaar. Wanneer de regen met bakken uit de lucht valt en een gordijn van donkere wolken boven het huis hangt. Toen we op de vloer pizza en macaroni aten met gebrek aan een zetel, besloten we dat het mogelijks dus gewoon een slechte timing was om te verhuizen. Toegegeven zit er in elke doos ook wel iets dat ik niet exact thuis kan brengen en waardoor ik er met een kip zonder kop mee door huis loop, besluitend waar dat exact heen moet. Maar we doen het niet slecht. In totaal zijn er al zes grote vuilzakken met kleren weg, dus misschien zijn we binnen vijf jaar toch eens minimalistisch aan het leven. #fingerscrossed