Sanitairperikelen.

Bijna een maand geleden stonden we met vier mensen naar onze vloer te kijken. Mijn ouders, ik, en meneer de sanitairman. Onder de vloer lagen de leidingen. Ergens. Het enige probleem was dat we niet goed wisten waar ze uiteraard lagen. Waar ze gekoppeld werden. Of waar ze überhaupt heen gingen.

“Of onze waterput een overloop had”, vroeg hij. Ik haalde mijn schouders op, dacht bij mezelf dat het makkelijk was geweest als het huis kon praten en zei toen toch maar gewoon: “geen idee.”

“Dichtgooien”, zei hij, waarop wij hoofdschuddend ‘nee’ knikten en besloten te wachten op een fikse regenbui. (Nota: de waterput heeft een overloop.)

Met de buizen onder de vloer werd het een week later de korte pijn. Dat was althans wat ik in eerste instantie dacht. Nadien besefte ik dat het een lange pijn zou worden, toen we uiteindelijk de vloer voor zo’n negen meter bij 38 graden moesten opbreken. Eigenlijk werd het gewoon een trage, onvoorziene dood. Janice en ik speelden duidelijk in alle subtiliteit verstoppertje met onze leidingen. Zij hanteerde met man en macht de beitelhamer en brak al vibrerend alle tegels op. Ik schupte ongeveer 30 centimeter diep over de hele lijn. Piraten zonder schatkaart, daar kwam het eigenlijk op neer. Een paar uur later waren was het leidingnetwerk netjes zichtbaar. We zaten er uitgeput en oververhit naar te kijken alsof we nog nooit zo iets prachtig hadden gezien. Voor ongeveer vijf minuten. Daarna lieten we onze schup meedogenloos op de vloer vallen, stapten we in de auto en reden we naar huis. Ik blies een opblaasboot op, vulde hem met twee emmers ijskoud water en tien minuten later lag Janice er in een zeer oncomfortabele houding afgemat zo’n twee uur lang in te slapen. Net lang genoeg om het water stilaan te laten opwarmen door de ondergaande zon en haar lichaamswarmte.

Onze sanitair verloopt moeizaam. Het is een deel van het huis waarmee we eigenlijk de meeste problemen hebben en dat het traagst vooruit gaat. Simpelweg omdat onze sanitairman het druk heeft en we hem niet zo snel aan onze deur krijgen. Desalniettemin hebben we wel bijna een vreugdedansje geplaceerd toen onze WC hing én werkte: wat een mijlpaal. Janice had er lang over gedaan om een WC te vinden die ze mooi genoeg vond. Als we al beginnen nadenken over de perfecte ronding van een WC, denk ik dat we weldra in een hoekje moeten beginnen huilen onder het mom ‘waar zijn we mee bezig’. Uiteindelijk stuurde ze ook een WC terug want ‘ze had er uiteindelijk ééntje gevonden die mooier was dus ze wilde die!’ De weken voordien hadden we ook een stoel in de hoek gezet en gingen we er at random doorheen de dag even op zitten. We verschoven hem tot we ‘de juiste plezante hoek’ hadden gevonden waar de WC eigenlijk moest komen en dan twijfelden we lekker nog wat verder. Maar nu hij er eindelijk hangt (voor eeuwig, wat een commitment trouwens), zijn we tevreden. Hij is perfect. Onze WC is perfect. En wij zijn fier.

Kranen, dat was optioneel een ander verhaal. Eigenlijk gewoon omdat er te veel keuze is: chroom, koper, goud, zwart, matkoper, matgoud, matzwart? En dan nog: opbouw of inbouw? En ook nog: als we gaan voor een inbouwkraan aan de wastafel die zwart is, moet er dan ook geen zwarte douchekraan zijn? En moet die dan ook inbouw? En zwarte kranen, gaat die verf daar niet snel af? Er werd ons op het hart gedrukt dat we voor Grohe moesten gaan. Dat was in principe ook ons plan, maar toen kregen we plots zoveel aanbod en dachten we: “we gaan binnen een paar jaar wel voor Grohe wanneer we het beu zijn dat onze kraan steeds kapot gaat!” Drie volle avonden hebben we erover gedaan om uiteindelijk te beslissen voor een matzwarte inbouwkraan. Als hij kapot gaat, gaan we huilen, maar dat zijn dus zorgen voor later. Voor de zwarte douchekraan gingen we voor opbouw. Eigenlijk gewoon omdat onze gyprocwand al stond en inbouw dus geen optie meer was (chance eigenlijk). Janice stond te springen voor een regendouche terwijl ik mijn hoofd bleef schudden wegens te veel verbruik. Het werd bijgevolg een compromis: zij kreeg haar elegante WC wanneer plan ‘regendouche’ overboord mocht worden gegooid.

We bewonderden hem wel uitvoerig toen hij arriveerde, onze inbouwkraan voor de wastafel. Ik durfde hem helaas ook niet echt aanraken, uit vrees dat ik met mijn handigheid de zwarte lak eraf zou krassen. Uiteindelijk wisten we ook niet hoe we dat ding achter onze gyprocwand moesten krijgen gezien hij ingecementeerd moest worden. Hadden we duidelijk niet over nagedacht. En terwijl iedereen zei: “koop maar een nieuwe kraan” en “doe maar opbouw” kwamen er twee superdeluxe renovatiegoeroe’s langs die de uitdaging aangingen en zonder pardon zeiden: “morgen komen we terug en we zorgen wel dat die kraan werkt.”

De kraan werkte. En we konden het niet geloven.

Als we nu het sanitair beneden nog op de wereld krijgen, kunnen we nog eens dansen en misschien binnenkort zelfs onze was doen. #hoera