Toen alles stil was

Dezer dagen ben ik thuis. Veel. Door de coronacrisis ligt het werk stil. En met stil bedoel ik eigenlijk dat je hier een speld kan horen vallen. Muisstil dus.

Alle shoots werden gecanceld en tot dusver zijn er nog niet veel verplaatsingen. Ik hou mijn hart vast voor de huwelijken en hoop dat het geen financieel bloedbad zal worden. Stiekem weet ik beter maar ik ben nog in ontkenning. Dat mag ook wel eens in mijn realistische zelve.

Ik zit hier dus in mijn bubbel. Ik blijf braaf binnen en ik zie in ongeveer negen dagen één keer een winkel. Dat zorgt voor de nodige stress in mijn paranoïde hoofd. Her en der leg ik mezelf van die regeltjes op. Met een grote boog rond mensen lopen bijvoorbeeld. En mezelf ab-so-luut ten alle tijde niét aanraken. Ik moet eerlijk toegeven dat mijn gezicht nog nooit zo hard gejeukt heeft als wanneer ik dezer dagen een winkel binnen loop. Zeer vervelend.

Daarnaast doen we van sporadische wandelingen met de hond (tot diens grote vreugde). En dat is het zo’n beetje. Wandelen, binnen blijven en to-do-lijsten maken. Of we daarmee de wereld een plezier doen? Waarschijnlijk wel.

Maar dus. Die bubbel. Ik had het slechter getroffen kunnen hebben, zoveel is zeker. Nu meer dan ooit besef ik hoe dankbaar ik ben voor die veilige haven hier. Voor dat mooie licht in ons huis, die stilte en die rust. Onze renovatie duurde naar mijn mening lang genoeg met wat kleine pauzes tussendoor. De vrije momenten waren schaars en de werken waren intens dus ik ben des te blijer dat alles nu achter de rug is binnen. (Enfin, ik kan altijd nieuwe dingen verzinnen, hoor! Maar ik denk dat Janice een crisis krijgt wanneer ik het nog eens waag een nieuw renovatieprojectje de wereld in te sturen.)

Structureel veranderde er op renovatievlak niet zo veel als bij andere individuen die renoveren. Of bouwen. Individuen die vloerverwarming tot leven roepen, plafonds uitbreken voor torenhoge ruimtes van 3 meter. Voor fancy aluminium ramen kiezen en hoge vides plaatsen onder goedkeurend architecturaal toezicht. Maar dat is ok. Ik heb me erbij neergelegd. Ik heb me er zelfs bij neergelegd dat ik geen langverwacht kookeiland zal hebben. En dat mijn zetel nooit in het midden van het huis zal kunnen staan.

Er kwamen compromissen. Onze ruimtes bleven dus van normale hoogte en onze schuiframen steken niet ultramodern zonder overloop in ons terras. En dat is ook ok. We hadden geen architecturaal toezicht en werden gaandeweg een beknopte encyclopedie voor materiaalkeuzes. Google werd onze beste vriend. Pinterest onze vijand.

In principe deden we van totaalrenovatie. Dat was misschien in mijn hoofd niet de bedoeling. Ik weet nog toen dat we het huis kochten ik heel erg blij was met de vliegenramen die het huis al had. Ja. Vliegenramen dus. Ik hoor het de nietsvermoedende leek in mezelf nog zeggen: “oh, leuk! Daar kunnen we op besparen!”

Enkele maanden later zat ik met gestripte bakstenen muren, geen vloer meer, een open achtergevel, zero verwarming en zero water. Silly me.

We keken binnen die verbouwing vooral naar budget. We wilden maandelijks ook helemaal niet veel afbetalen dus dat was al probleempunt één. Daarnaast werd ik bijvoorbeeld ook helemaal niet gesponsord van thuis uit. Om die reden behielden we daarom ook sowieso grotendeels de originele U-structuur van het huis maar probeerden we één grote ruimte te maken. De openingen zoals voordeur en ramen bleven hetzelfde, maar werden soms wat groter gemaakt. Alle elektriciteit werd hernieuwd alsook het sanitair. Muren werden opnieuw geplakt en de plafonds van de bovenverdieping werden uitgebroken en opnieuw gezet (met dank aan de papa’s. Ik begrijp nog steeds niet hoe de boel niet instort wanneer ik een douche neem boven, maar het werkt blijkbaar wel. Hoera.) We moeten ook wel eerlijk zijn: ons krot zal àltijd een beetje een krot blijven. Een charmant krot weliswaar. Hier en daar kan je scheurtjes in de muren vinden. Onze plinten vertonen precies al serieuze gebruikssporen. Ik haat onze lelijke gang. Hartstochtelijk. Als je goed staart kan je serieuze oneffenheden in onze muren ontdekken. En we houden niet van onze oerlelijke trap. We verwachten wel dat hij binnen een jaar vanzelf  in zal storten dus dan kunnen we weer eens een nieuw projectje opstarten.

Op meubelvlak gingen we voor goedkope oplossingen. We recupereerden veel van ons huurhuis, kochten wat dingen tweedehands en daarnaast specialiseerden we ons in het DIY’en van onze salontafel en eettafel. Eigenlijk gewoon omdat het budget op was. Laten we daar gewoon open en eerlijk over zijn. Het plan was ook om optioneel een houten keuken te hebben. Maar laat dat nu voorlopig net wat te duur zijn. Oeps.

Ik weet dat ik sowieso tot nogtoe bitter weinig beelden maakte van ons huis. Misschien omdat er een plint in de keuken nog niet op punt staat. Misschien omdat er al vegen op de geschilderde muren staan. Of omdat de klink van de zolder nog altijd niet vervangen werd. Misschien omdat ik een andere zetel wil maar we enkel een nieuwe hoes konden betalen. En misschien gewoon omdat ik stiekem die ellendige perfectionist ben. Misschien ook omdat ik geen vide heb. Maar hoe verder de tijd vorderde, hoe meer ik besefte dat je geen vide nodig hebt om je thuis te voelen in je huis.

Maar goed. De dankbaarheid neemt de bovenhand en gaat nu wat na’s de wereld in sturen (en optioneel ook wat voor’s, gewoon omdat het kan. En ik toch fier ben op al het werk dat we verzet hebben.)

En vooral omdat ik de tijd nu heb, hier in mijn haven.