We gaan het toegeven: wij zijn niet sterk. Enfin. Wij zijn wel sterk, maar niet zo sterk als onze papa’s. We hebben wel wat voeling voor precisiewerk (momenteel synoniem voor: de boel gewoon afbreken met bruut geweld) maar we zijn niet sterk. Balken optillen tot boven ons hoofd en daar zo vijf minuten blijven staan leuteren is dus niet aan de orde. Een beetje kijken of alles waterpas staat kunnen we nog net.
Dus hebben die papa’s van ons vorig weekend een team gevormd. Team ‘plafond‘, zoals we het graag noemen. Gezien ons huis (net zoals wij) niet sterk genoeg is moesten we op zoek naar andere oplossingen. Aan de oude stallen kan het geen betonvloer aan, dus werd dat, zoals eerder vermeld, een houtvloertje.
Terwijl de papa’s zich bezig hielden met het tillen van balken en het uitmeten, gingen wij voor de afbraak van het plafond in de bijbouw. Alias: mijn nieuwe studio. Alias: een nog groter krot dan ons huis. We renoveren nu bijna een maand dus we kennen het huis en zijn ex-bewoners wel al een beetje. We weten dat meneer boer kickte op sardientjes eten in bed en muizen in de val laten hangen achter de kast. Wat nieuw was voor ons, was dat hij besloot zijn plafond te gebruiken als stort. Tijdens het afbreken van dat plafond, waren we in principe blij dat we na het ongelukje met het hoofd van Janice (zoldertrap…) van mijn ouders gepersonaliseerde helmen hebben gekregen. We kregen oude, verdwaalde deuren op ons hoofd, menig rotte mol/dode muis/gemummificeerde rat, verlengkabels, matrasjes, etc. En bijgevolg kunnen we alleen maar veronderstellen dat onze oude ex-bewoner isolatie hoog in het vaandel droeg en sowieso op allerlei mogelijke manier zijn dak extra wilde isoleren.
Right.