Badkamer

Om eerlijk te zijn had ik hier graag nog een blogpost neer gepleurd over Jos, maar soms heb ik de indruk dat ik nét iets te fanatiek ben over het beest. Ik denk zelfs dat mijn moeder de video’s in WhatsApp stilaan beu is (Jos eet sneeuw, Jos eet gele sneeuw, Jos doet een dutje, Jos doet nog een dutje, Jos blaft, Jos kan rollen, enzoverder). Ze is thans een meester in doen alsof elke video weer fantastisch is en dat Jos de enige puppy op de hele wereld is, en daar ben ik haar best dankbaar voor.

Veel gesprekken ging tot voor kort over Jos (“hoe is het met Jos”?), maar de tendens verschuift hier en daar een keertje naar “hoe is het in het huis?”. Op die vraag ben ik zelden voorbereid. Ik stamel dan een beetje, en had eigenlijk een fantastisch antwoord klaar (“Jos leert ‘voet'” of “Jos liep gisteren tegen de trap en piepte en dat was stiekem heelerggrappig”). Een fantastisch antwoord klaar, op de foute vraag. Zijn mensen dus niets mee, zo ver ben ik tegenwoordig ook weer wel.

We wonen hier. In ons midden van nergens. Graag zelfs. Inmiddels hebben we door dat in het midden van nergens de sneeuw langer blijft liggen. Op die manier voelt het een beetje alsof we de enige mensen op aarde zijn, zo ingesneeuwd in ons sneeuwtapijt. Met een auto voor de deur zonder winterbanden (topplan trouwens). Op de vraag hoe het in huis gaat, antwoord ik meestal dat het rustig is, zo. En rust is goed. Ik ben blij met rust. Ik ben minder blij met onze vloer waar ik maandenlang over doorzeurde en twijfelde, maar dat is een ander verhaal. Het huis is sowieso nog niet af. Onze dressing staat binnenkort op het programma en ik heb een fikse planning voor de tuin. (Ik, ja. Een planning voor de tuin. Wat zeg ik? Een heel PDF-document met verschillende soorten planten. That’s right. Ik. Ja. Het individu dat er zelfs meermaals in slaagt cactussen te laten sterven. Ik ga een tuin onderhouden. En ja, ik heb me daar ook al meermaals kreupel om gelachen.)

Ik denk dat mijn meest favoriete kamer voorlopig de badkamer is. De badkamer waar we zo lang over twijfelden. Onze balzaal van een badkamer, gezien je er makkelijk een dansje kan placeren. Ik heb dat ook getest omdat het kon. Niet lang, want in de winter ben ik over het algemeen niet zo vrolijk, maar de tien seconden die-hard overgave vielen wel mee. Gewoon om te proeven hoe de zomer zou aanvoelen als ik al dansend mijn tanden zou poetsen in die badkamer. Best goed dus.

Ik ben eigenlijk -tegen beter weten in- voorlopig fan van alles in die ruimte, ook al is hij misschien nog wat kaal. Van de vloer tot de veel te grote (en confronterende) maar best handige spiegel. En van de ruimte, de tegeltjes in de douche, de cheap-ass zwarte kranen en vooral: het uitzicht over de velden. Ik hou ook van het feit dat alles zo snel veranderd zal kunnen worden als ik dat wil; zowel de vloer als de muur als het badkamermeubel kunnen geschilderd worden zodat het een hele nieuwe badkamer lijkt. HOERA! Geen twijfels meer, alle wegen liggen nog open! (Eeuwige twijfelaar tot in de kist en zò lossen we dat duidelijk op. Werkt prima.)

Ok, ik hou niet van de radiator, maar dat is bijzaak en eigenlijk kan ik er blindelings omheen kijken wanneer ik naar onze kast kijk dat vriendje Joachim in elkaar knutselde voor ons. Hard labeur, dat maatwerk, maar wat ben ik fier en grote fan van de imperfectie van dat ding.

Een beetje voor en na’s hier. En tijdens. Dat ook.
Ps; Heeft er iemand door gehad dat de helft van deze post eigenlijk toch over de Jos ging? #onedayilllearn