Slow-whatever-you-fancy

Schilderen. ‘k Heb ernaar uitgekeken. Lang zelfs. Al drie maanden sta ik te springen, huppelen en als het aan mij lag, had ik drie maand geleden ook reeds verf gekocht (that’s right – hold your horses, girl!)

Overenthousiasme dus. Ik was al bijna aan het schilderen toen de bezetter zijn stucwerk voor de eerste keer tegen onze slaapkamermuur gooide. Wist ik veel dat er wel wat tijd nodig was om dat stucwerk te laten drogen. Menig mens dat renoveert weet ook waarschijnlijk wel dat van die gezellige bakstenen muren van een oud huis zorgen voor redelijk wat frustratie bij pleisterman. Janice en ik zagen er geen kwaad in. Tot we pleisterman een dikke stuclaag van ongeveer 6 centimeter op de muren zagen aanbrengen. Onze ogen werden zo groot als schoteltjes en we beseften dat we onszelf moesten sussen; “dat kwam heus wel goed. Dat ging heus wel snel drogen.”

Sussen is nergens goed voor, beseffen we nu. Ik sta als een nerveus veulen te huppelen met mijn primer en verfkwast in de aanslag en Janice pleurt in haar gedachten elke dag de keukenkastjes tegen de muur. Serieus. De hipsters die de term ‘slow’ de wereld in hebben geholpen (slow coffee, slow cooking, slow living, slow-whatever-you-fancy) om te onthaasten moeten gewoon allemaal een oud huis kopen en een bezetter laten komen. Klaar. (Valt het op dat ik nog niet mee ben met de term ‘slow’ en ik zero geduld heb?)

Dat zero geduld heeft zich inmiddels geuit in het lenen van een vochtmeter van onze sanitairman (I. Love. Him.) Elke ochtend zwier ik alle ramen en deuren weer open en priem ik de naaldjes in de muur en sla ik ofwel euforische kreetjes ofwel grommel en mompel ik een beetje. (Op slechte dagen herhaal ik dat proces trouwens meerdere keren per dag. #dwangneuroot) Daarna primer en verf ik de muren waar vochtmeter een positief gevoel bij had naar hartelust en ontdooit mijn hart: alles komt goed. We gaan een beetje vooruit. Ik ben ook altijd blij wanneer ik begin te schilderen. Een halfuur later heb ik dan door dat ik daar klaarblijkelijk niet zo goed in ben (wat is dat met al die hoekjes en kantjes?). We stonden ook in de winkel en mijn aandacht werd gezogen naar het opschrift ‘dekt in één laag’. Meenemen die handel, dacht ik toen. Maar ‘dekt in één laag’ bestaat niet in mijn wereld, denk ik. Wanneer ik twee uur later fier naar mijn pas geschilderde muur kijk, zie ik vlekken en kan ik in principe er nog een laag bovenop pleuren. En ik geef het toe; na zes plafonds in grote ruimtes schilderen ben ik het al grondig beu. En toen mijn vochtmeter in het gastentoilet vertelde dat daar geschilderd mocht worden, was er een klein euforisch moment: een kleine ruimte, da’s zò gefixt. Ik had misschien wel kunnen weten dat een wankelende ladder in een kleine ruimte + veel hoekjes + een druipende kwast + brede heupen (renovatiekilo’s, he) een héél slechte combinatie was. Wat ook best frustrerend lijkt in de wereld der schildertalent is dat ik duidelijk een talent heb om niét te zien waar ik reeds schilderde bij een tweede laag en dus nog àltijd wel ergens een centimeter vergeet.

En terwijl Janice lustig in alle hoekjes en kantjes met duizend bussen Soudal afkit like a pro, is er is één muur die niet mee wil. En laat dat nu net de muur zijn waar onze keuken tegenkomt. Onze keuken die we volgende week mogen afhalen. Onze keuken die we niet willen laten beschimmelen tegen dat vochtig muurtje. En laat ons nu ook nog willen vloeren. Onze vloer die klaar ligt en niet gelegd mag worden omdat het huis nog vol vocht zit. En elke avond doe ik eigenlijk hetzelfde als de avond ervoor: ik open google en ik tik zinnen in de zoekbalk als ‘hoe stucwerk sneller laten drogen’ en ‘mijn stucwerk droogt niet’. (Vreemd genoeg kom ik elke avond op dezelfde zoekresultaten uit. Crazy, right.)

Ik zeg het. Ik doe niet mee met ‘slow’. Mijn huis daarentegen wel. #kuthipsterhuis