Elektriciteit

Tijdens onze zoektocht naar een huis, was verouderde elektriciteit vaak een issue. Mensen rondom ons bleven vertellen dat het écht veel werk was wanneer de elektriciteit vernieuwd zou moeten worden. We zouden ons eraan mispakken.

Zelf hadden we niet echt een idee wat ‘verouderde elektriciteit’ zou inhouden. We besloten ook met volle goesting te bieden op een huis met verouderde elektriciteit en dachten ook wel echt ‘oei’ toen de notaris naar ons wees en riep ‘verkocht’. Nadien bleek dat je bij de elektriciteit drie scenario’s had:

  1. Perfect in orde (synoniem voor ‘praise yourself lucky’).
  2. Half in orde (synoniem voor ‘met wat kleine aanpassingen ben je ervan af’).
  3. Helemaal te vervangen (synoniem voor ‘prepare yourself voor giga-veel breekwerk en meer kosten’).

Uiteraard behoorden wij tot categorie 3.

Ik hoorde van veel individuen dat ze de elektriciteit zelf hadden gelegd. Waar we in het begin elkaar voor gek verklaarden om daar nog maar aan te dénken, kwamen we daar snel op terug toen we bedragen hoorden als ‘6000 euro voor nieuwe elektriciteit’. We beslisten dus vrij snel dat we niet alles uit handen konden geven omwille van budget en kwamen onverwacht en vrij impulsief terecht bij Easykit. Dat mag je ook letterlijk nemen: we strompelden onverwacht de winkel binnen om 17.40 uur na als een gek doorheen wat straten te hebben gescheurd om toch maar een beetje op tijd te zijn. Lekker not done, maar we hebben door dat in de bouw eigenlijk precies alles kan. Wanneer je niks pusht, komt er duidelijk ook niets in huis (Haha! See what I did there?)

Na wat uitleg hadden we meteen ook mee dat we keuze hadden tussen drie opties:

  1. Klassieke elektriciteit.
  2. Centrale sturing.
  3. Domotica.

Ik had die opties ook al eens meegekregen van enkele kennissen, maar wanneer je ze zo lekker realistisch zag staan op een paneeltje, slikte je toch wel even. (Enfin, ik toch). Gezien weinig budget vroegen we maar een offerte voor klassieke elektriciteit. Voor ons huis kwamen we uit op zo’n 2500 euro aan materialen en een gezellig instructieboekje. Terwijl Janice nog vurig keek naar de centrale sturing en de domotica, vertelde ik dat we erover gingen nadenken. Thuis kregen we wel wat tegenwind. Met zinnen zoals ‘daar ga je je tijd toch niet insteken‘ en ‘met elektriciteit sol je wel niet, he, sebiet brand dat huis af!‘ alsook ‘en als de keurder komt en het werkt niet? Wat dan?’

Ik heb er ongeveer één dag over nagedacht. En toen flitste er een fragment doorheen mijn hoofd van tijdens de lessen T.O. vroeger: terwijl iedereen zijn lampje kon laten branden tijdens de proef door de juiste verbindingen, bleef ik daar moederziel alleen met een niet-functionerend lampje en een dikke, vette pruillip. Het zou me dus straf geleken hebben wanneer ik zo’n 15 jaar later wel een heel huis van licht kon voorzien.

We kozen bijgevolg voor de gulden middenweg. Na ongeveer vijf elektriciens deed onze sanitairman ons een goeie deal met een kerel uit de buurt: hij trok alle kabels en zou de kast aansluiten, wij deden de rest.

Hoe hij het voor elkaar heeft gekregen, weet ik nog steeds niet. Maar twee dagen later stond hij op een zonnige zaterdagochtend om stipt 8 uur op onze drempel en klaarde hij de klus in zo’n zes uur. Onze aangekochte rollen kabel lagen al netjes klaar. Nadien was ons huis één mooi doolhof van draden waar de moed mij bijna in de schoenen zonk als ik er nog maar een blik op zou werpen.

Mààr, nadien kweekte ik dus een nieuwe passie: ‘potjes inplakken’. Waar ik in het begin een nostalgische vibe kreeg met het maken van pleister (kleien! boetseren!), kreeg ik er daarna eigenlijk gewoon een lamme arm van en iets later denk ik eigenlijk dat de hele buurt mij hoorde vloeken omdat mijn potjes steeds wegzakten in mijn pleisterwerk.

Maar ik ben wél zo’n 75% zeker dat mijn potjes waterpas staan. Da’s een begin, he. En nu enkel nog hopen dat ik alle verbindingen in de juiste potjes duwde.

Fingers crossed.

BewarenBewaren