Over ons plafond

Onvoorziene omstandigheden. We hoorden dat vaker. Het was één van de redenen waarom we altijd met argusogen en een bang hart naar huizen gingen kijken.

“Oei, die leidingen liggen nog op de muur!” en “oei, die badkamer zit nog beneden”, gevolgd door “oei, maar er zitten wat pannen scheef aan dat dak” waren zinnen die na een tijdje niet vreemd waren.

We dachten dat we hier op voorhand goed wisten wat eraan mankeerde en wat niet. Maar na twee architecten, vijf aannemers, één pleistermannetje en twee ramen-meneren over de vloer te hebben gehad, slikten we. Onvoorziene omstandigheden dus.

“Ja, dat plafond moet er toch wel uit he juffrouwke. Als ge de badkamer van plaats wil wisselen, gaat dit plafondje dat niet dragen, he. En euh, die trap naar de zolder toch ook wel. Daar zit houtworm in, he juffrouw. En ik zou de zoldervloer dan ook wel echt uitbreken en opnieuw plaatsen. En sowieso het plafond van die toekomstige badkamer ook, he. Ge weet dat toch, he? Dat deze kant van het huis vroeger allemaal stallen waren voor de koeien? Ge ziet dat, he. En die bovenverdieping was gewoon een hooizolder. Da’s niet stevig he, juffrouw!”

De juffrouwen begrepen het. Beetje ‘bij-verstevigen’ bleek geen optie. Onze houtwormige huisdiertjes hadden in elke plank een feestje gebouwd. Ik weet nog steeds niet wat het ergste was: een hele dag doen over meubels uit elkaar slaan en nadien het pleisterwerk van het plafond halen. Of misschien die elf kruiwagens puinafval die van één plafond van een kamertje kwamen weg dragen. Of vechten met de zoldertrap, dat gevecht effectief winnen en dan plots dus zonder zoldertrap zitten. Misschien een lief hebben dat nog geen helm droeg en haar hoofd besloot te stoten (dikke bult, check). Eindelijk begrijpen wat een plafond van ‘potten en balken‘ is versus een plafond van hout (maar dan wel tot het besef komen dat je huis niet stevig genoeg is voor potten en balken, en je budget eigenlijk ook niet. Dag opties! Snel gekozen dus). Of misschien toch toen ik voor het eerst van in mijn keuken tot helemaal boven in de zolder kon kijken.

Misschien was het ritje met de remork richting houthandel nog het meest spannende. Met stijve spieren en verkrampte vingers gingen ‘de twee miekes’ om half zes ’s avonds op een doordeweekse dinsdagavond wel ‘snel’ wat hout ophalen. Dat we nog nooit met een remork hadden gereden (laat staan achteruit), vergaten we even. Dat we nog nooit spanbanden hadden gebruikt, negeerden we op voorhand al. Het grote geluk dat we hadden, was vooral dat een goed gezinde bouwvakker ons een initiatie-workshop ‘spanbanden’ wijzer heeft gemaakt op de parking van de houthandel.

Driewerf hoera. 600 Euro armer, maar 700 kilo hout rijker. Wij blij. Nu dat plafond nog op de wereld krijgen.

 

BewarenBewaren

BewarenBewaren