Een dikke maand lag ons huis er verlaten bij. De week net voor we vertrokken zijn we in ons achterhoofd bewust vergeten. We waren ontredderde kuikens. Lopend, rijdend, bellend van hier naar ginder, elke minuut van de dag. De laatste regelingen nog in orde brengen. Zorgen dat het meeste afval in de containers werd gegooid zodat ze weg konden en we stil fluisterden; ‘bye Felicia’. Bezig zijn met de elektriciteit. Beseffen dat het aartsmoeilijk is om lichtknoppen en stopcontacten te plaatsen in huis (hoe moeten wij nu al weten wat praktisch is en waar we exact licht willen?). We vloekten ook veel op pluggen die niet in ons plafond willen. Andere pluggen gaan halen. Beseffen dat die ook niet in het plafond willen. Veel zuchten. En daarnaast nog verhuizen. Zorgen dat het boeltje in Hasselt leeg gehaald werd en in orde was. Onze valies voor drie weken hebben we zondagavond nog snel bij elkaar gepakt, gepaard gaande met luidkeels geeuwen.
We hadden het goed geregeld in ons hoofd. Echt waar. Omdat we ons schuldig voelden omdat we de eerder geboekte reis toch lieten doorgaan, hadden we hemel en aarde verzet om zoveel mogelijk dingen te doen én ervoor te zorgen dat er zoveel mogelijk gedaan werd terwijl we weg waren. We hadden zowel ons sanitairmannetje als ons elektriciteitsmannetje geraadpleegd. We hadden zelf alle elektriciteitskabels aangekocht. Alles uit de muren geslepen. Alles netjes aangeduid op het plan. We hadden de hele werf opgeruimd van onder tot boven en hij was helemaal klaar voor de volgende stap zodat wij aan de gyproc konden beginnen wanneer we weer terug waren. (Sidenote: ’t was een beetje van te moeten, gezien we onze pleisterman twee maanden geleden al inboekten op 1 juli).
En terwijl bleven wij op reis denken aan het huis. Ik speelde het tijdens onze lange ritten zelfs ook klaar om zo ver na te denken dat – hoe kon het ook anders – ik weer de hele indeling in mijn hoofd veranderde en nu heb ik écht de ideale indeling. Zonder twijfel. Ze is alleen niet echt mogelijk binnen het budget en het breekt mijn hart elke dag een stukje meer. (Maar ik blijf schreeuwen dat ik moet leren relativeren en dat alles either way goed komt en gezellig zal zijn. Goed bezig, toch?). Onze badkamer werd op punt gezet via een schets terwijl we doorheen de woestijn in California reden en ideeën over waar het bureau moest komen namen stilaan vorm tijdens de Route 66. En terwijl wij wat verder droomden, hadden we zeeën van vertrouwen dat de elektriciteit in ons huis geregeld werd aan de andere kant van de wereld.
Als er iets is dat we de laatste twee maanden hebben geleerd, is het wel dat mensen in de bouw afspraken maken en zich er zo’n 70% van de tijd niet aan houden. Dat is enorm kort de bocht en zo ontzettend cru, maar waar we overal verhalen van gefrustreerde bouwheren horen, kunnen we het onze nu aan het lijstje toevoegen. We kwamen na drie weken weer thuis en alle aangekochte elektriciteitskabels lagen nog netjes opgerold en in de verpakking in onze slaapkamer.
Mil-jaar.
Er is geen ander woord voor. Na heel wat telefoontjes, excuses, gevloek, loze beloftes en getwijfel zochten we een andere elektriciteitsman uit de buurt. Het is 21 juni. Volgende week legt hij de elektriciteit. En ik heb het vage vermoeden dat we zo’n twee dagen zullen krijgen om zelf gyproc in elkaar te boksen voor meneer de pleisterman eraan komt.
Of twee uur. Dat kan ook. #bouwfrustraties
Ps: Er komt een mooi bankje in de veranda. JAAAAA!