Toen we begonnen aan de verbouwing, leek alles eigenlijk echt heel simpel. Beetje behang afsteken, beetje muren slopen, wat sleuven in de muur voor elektriciteit, vloer erin, keuken erin en klààr.
Na ongeveer een maand hadden we door dat dat allemaal zo simpel nog niet zou zijn. Het zijn kleine dingen. Kleine dingen die aan elkaar vast hangen die zo hard frustreren. En plots nog zo veel meer geld kosten dan je zelf had voorzien. Dan heb ik het eigenlijk nog niet eens over het idee dat we allebei een mening hebben en een visueel plan in ons hoofd over hoe alles eruit moet zien. Dat gepaard gaande met de techniek die moet kloppen is echt nefast.
Èen van die gekke dingen waar we nog nooit van hoorden, was een dampscherm. Toen onze architect zei dat we zeker geen dampscherm mochten vergeten in de studio, hoorden we het in Keulen donderden: ‘damp‘-wat?
We zochten het op. Zoals we eigenlijk elk woord binnen de renovatie opzoeken. (Chance dat we ons nog niet achterlijk voelen, zeg).
Dampscherm [damp-sgerm]: Een dampscherm is een dampremmende folie die perfect waterdicht is. Zo kan vocht – dat in de vorm van condens in de lucht aanwezig is – niet door het scherm dringen. Zo’n dampscherm is nodig bij bepaalde isolatiematerialen – zoals minerale wol, cellulose, … – om te vermijden dat er vocht in de isolatie kan dringen.
Na die uitleg plaatste ik de term ‘dampscherm’ graag in de categorie ‘nuttig onzichtbaar product dat onze schaarse centen opvreet alsof het een lieve lust is’. Ik plaatste hem ongeveer gelijk met de isolatie die in het plafond steekt. En in de grond. Lekker onzichtbaar en lekker duur in aankoop ook. Toen we het dampscherm gingen kopen, lachte ik eens goed toen ik het uitpakte en vroeg ik mezelf echt af of wat vershoudfolie ons ook niet had verder geholpen (just kidding).
Toegegeven duurde het ook wel erg lang voor we het dampscherm tegen het plafond hadden gepleurd. Ik denk dat dat vooral ook mijn fout is. Onze architect had ter goede wil duidelijk vermeld dat we in geen geval het dampscherm mochten doorboren. In geen geval. Geen gaatje. Geen scheurtje. Niets. Ze had het ons op het hart gedrukt. Ze had het wel zes keer gezegd met volle overtuigingskracht. Ik had zes keer in mijn hoofd geknikt, en toen was ik eigenlijk mentaal in een hoekje gekropen. Maar de dag kwam dat het scherm tegen het plafond moest. We hadden er beiden niet naar uitgekeken, en toch stonden we daar als twee randdebielen met een wapperend doek van 6 meter lang op ons hoofd. Het was 30 graden buiten. We plakten tegen het plafond. Half blind, veel vloekend (op het dampscherm, maar ook op elkaar. Uiteraard), en met een nietjesmachine in onze hand. Ik denk dat er zinnen de wereld werden ingestuurd zoals: “OP de lat. Niet ernaast he, maak geen gat met dat nietje naast de lat he!” en “neem genoeg overschot he!” en “hoe gaan we dat oplossen voor de plakker?” en “HEBT GE NU EEN GAT GEMAAKT?” en “ik kom twee centimeter te kort!” en “trekt da wa strakker!” en “denkt ge dat ze het zo bedoelde? Weet gij nog wat ze zei?” en “die elektriciteitsdraden heb ik nog ni los gemaakt met de schroevendraaier! Klimt gij eens naar beneden! Snel!”
’t Was een heuglijke namiddag. Vooral toen we het dampscherm moesten aftapen met ’s werelds meest dure tape in de history of ever. Het kost wat, maar we zijn akkoord dat het scherm er nooit af zal vallen. Of we onze lijmvingers ooit nog proper zouden krijgen, was best een andere vraag.
Nadien ontdekten we dat er naast een dampscherm ook nog een damprem bestond. Een damprem bleek gewoon een nieuw synoniem voor ‘nog duurder‘, en guess what? Dat ding hadden we ook nodig voor onze aanbouw.
Damprem: [damp-rem]: Een damprem is een luchtdichte folie of materiaal met een beperkte dampweerstand (tussen 2 en 30 m). Een damprem beschermt de constructie aan de warme zijde van de isolatie (binnenzijde) voldoende tegen indringende waterdamp.
Tweede heuglijke namiddag: check. Op den duur werd ik eveneens ook zo paranoïde voor een scheurtje of een doorboring dat ik gewoon elk. Klein. Miniscuul. Irritant. Nietje afplakte met een klein stukje tape van ongeveer één centimeter. (We zijn dus nu ongeveer pakweg 800 nietjes armer).
En nu kruis ik echt vingers. Tenen. Whatever. Dat er geen zuchtje lucht in die vershoudfolie van 8 meter lang zit. De gyproc komt er echt zo snel mogelijk tegen (tempo! tempo!) en dan doe ik gewoon alsof hij nooit bestaan heeft. Punt.
#zolossenwetop #topplan