We gaan daar eerlijk in zijn. We moeten niemand wijsmaken dat ik een eeuwige twijfelaar ben. Dus toen ik ineens dacht; “hé, maar, als we nu een stukje van de zolder ineens mee renoveren, dan moeten we niet afbreken op onze mooie vloer binnenkort als die er ligt!”
Toen ik dat tegen Janice vertelde, knikte ze instemmend. En daarmee opende een nieuw hoofdstuk. Het zat al lang in ons hoofd. We hebben een klein kamertje in de hal dat uitkomt op een eerste zolder. Onze architect prevelde sinds het begin dat we het plafond in het kleine kamertje uit moesten breken zodat we een mezzanine met de zolder zouden krijgen. Leek ons wel een puik plan. En ik breek graag, dus ik ging weer een mooie dag tegemoet met meneer koevoet.
Dus op een mooie avond stapten wij schoorvoetend richting de papa’s. Die zolder, dat we dat nu optioneel toch even gingen doen, zo. Dat dat wel een goed plan was, he, zo. We hadden ons schrap gezet voor heel wat tegenwind en kregen in plaats daarvan goedkeurende mompels. Vier dagen later stonden we in de winkel met een nieuwe portie gyproc voor tegen het plafond te heisen. Ik deed al vreugdedansjes in mijn hoofd wanneer ik dacht aan een oase van ruimte wanneer het lelijke plafond weg zou zijn en we tot in de nok konden kijken. Tussendoor bestelden we nog een groot raam zodat we over de velden zouden kunnen kijken vanop zolder. Hoe we dat raam erin zouden krijgen zouden zorgen voor later zijn. Wat ik serieus onderschat had, was het opschuren van de gyprocnaden van het plafond op zolder. Na twee uur hield ik het voor bekeken en gaf ik het klusje met veel plezier door aan Janice (die het eigenlijk ook beu was na één uur en besloot dat het ‘supergoed was zo, schilderen maar!’)
Het uitbreken van dat plafond was in principe nog een hele leuke afwisseling van het afschuren van de trap. Want. Echt. Waar: wat een ongelooflijk IRRITANT werk is dàt! Zomaar even 48 uur van mijn leven kwijt. That’s right: 48 uur van mijn leven kwijt. Aan een simpele trap.