Het is 9 mei. Dat zal betekenen dat we bijna een maand aan het renoveren zijn. Toen de Slovaken de muren eruit klopten en de poutrels aan het steken waren, dacht ik: “hupla! Elektriciteit en sanitair erin en KLAAR!”
Zo werkt dat dus precies niet. Plots moet je niet enkel nadenken over waar in huis je stopcontacten en schakelaars wil. Tot daartoe. Daar waren we nog helemaal mee. Maar plots vraagt de elektriciteitsman ook of je fan zal zijn van domotica, of je spots wil, wààr je die spots wil, hoéveel spots je wil en wat voor verlichting je eigenlijk wil plaatsen.
Stop. Halt.
Tot nogtoe huppelden wij (= de leken. De sukkeltjes. De bedorven verwende nesten) altijd vrolijk van huis tot huis. We woonden thuis, gingen daarna op kot, en verwisselden eens van kot. En even later verwisselden we nog eens. En nog eens. En misschien nog eens (Ik verhuis nogal graag.) Uiteindelijk zijn we beland in een mooi, wit, zonovergoten, klein huis. En overal kwam je binnen en duwde je op het knopje. Niet nadenken. Check. Licht. Klààr!
Plots kochten we zelf een huis. Ineens zaten we in de rollercoaster van plannen tekenen, goedkeuren, beslissen hoe groot de ramen moeten zijn, waar ze moeten komen, of er gyproc of pleisterwerk tegen de muren of de plafonds zal komen en nù kon ik er nog net de keuzes voor de stopcontacten bijnemen. Tot er ineens termen kwamen als ‘directe verlichting’, ‘indirecte verlichting’, ‘diffuus licht’, ‘spotlicht’, ‘dimlicht’, de graden van de lichtbundels (seriously?) en allerlei draadschema’s. Ik bekijk andere mensen hun lichtplannen en ééndraadschema’s en modder een beetje aan met de symbolen in Illustrator. Die verlichting, die komt er natuurlijk pas binnen twee maand. Als we geluk hebben. Dus het is nu keuzes maken en later denken als we éindelijk op een werkend knopje kunnen duwen; “ah ja! Goed gedaan! Schoon licht zo!” of “what were you thinking, Van Rymenant. Kom, we pakken onze koffers en verkopen de boel weer.”
En even ‘pauze’ roepen om degelijk na te denken is niet echt een optie gezien de deadline in onze nek hijgt. Ik ga dus eerlijk zijn: ik wil momenteel gewoon op een knopje duwen dat ervoor zorgt dat ik mijn teen niet stoot aan het keukeneiland als het donker is ’s avonds en dan is’t al ok voor mij. #crisisnabij
We gingen dus langs een lichtwinkel en zaten daar een luttele twee uur te peinzen, bespreken, nog een keer te peinzen en dan mochten we naar de kelder gaan kijken. Want in de kelder hing de betaalbare verlichting. Lees: de verlichting voor arme sukkeltjes zoals wij.
Naar’t schijnt moeten we binnenkort ook gaan kiezen hoe onze lichtschakelaars eruit moeten zien. Want wit is niet goed genoeg. Want een witte muur zal vloeken met witte schakelaars. Want wit is niet wit, he. En zwarte lichtschakelaars kosten drie keer zo veel.
Kortom: Ik lach me nu al kreupel en kruip alvast even onder de grond. Dag, hé.